Toelichting financiële begrippen
Begrip | Omschrijving |
Algemene uitkering | De gemeente krijgt een geldbedrag van het Rijk, waarvan de gemeente zelf mag bepalen waar dit geld aan uitgegeven wordt. Iedere gemeente krijgt een bepaald bedrag, het geld komt uit het gemeentefonds. |
Baten en lasten | Baten zijn inkomsten. Lasten zijn uitgaven. Het gaat hier om de inkomsten en uitgaven van het jaar waarin het product gebruikt wordt. Als het geld in een ander jaar ontvangen of betaald wordt, dan wordt het bedrag bij het jaar van gebruik gerekend en niet |
BCF | Afkorting voor BTW-Compensatiefonds. Gemeenten kunnen een deel van de BTW die zij betaald hebben terugvragen. Het Rijk betaalt dit geld aan de gemeente uit het BTW-Compensatiefonds. |
Bedrijfsvoering | De wijze waarop de gemeente is georganiseerd en wordt aangestuurd. |
Begroting | Een overzicht van alle verwachte inkomsten en uitgaven van een toekomstig jaar. |
Begrotingswijziging | Een besluit van de Raad om de vastgestelde begroting te veranderen. |
Doeluitkering | De gemeente krijgt een geldbedrag van het Rijk. De gemeente moet dit geld gebruiken voor taken die bepaald zijn door het Rijk. |
Financiering | Het beleid van de gemeente over geld en de risico's die hierbij horen. |
Gemeentebrede aspecten | Sommige onderwerpen staan in een aparte paragraaf. Deze onderwerpen horen niet specifiek bij één programma. De onderwerpen zijn: Risico's en weerstandsvermogen, financiering, lokale heffingen, verbonden partijen, onderhoud van kapitaalgoederen, grondbeleid |
Gemeentefonds | Iedere gemeente krijgt geld van het Rijk. Dit geld wordt betaald uit een spaarpot die het gemeentefonds genoemd wordt. |
Grondbeleid | De manier waarop de gemeente haar ruimtelijke doelstellingen wil bereiken. De volgende onderwerpen horen hierbij: volkshuisvesting, ruimtelijke ordening, economische ontwikkeling, openbare ruimte, infrastructuur, recreatie en natuur. |
Incidenteel geld | Geld dat bestemd is voor één jaar. |
Investeringsplan | Een overzicht van de geplande investeringen. Investeringen zijn uitgaven om kapitaalgoederen aan te schaffen. |
ISV | Afkorting voor Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing. Gemeenten kunnen één keer in de vijf jaar geld vragen om de plaatselijke omgeving te verbeteren. Zoals verbeteringen voor wonen, ruimte en milieu. |
Kapitaalgoederen | Wegen, bruggen, riolering, gebouwen, stoplichten, lantaarnpalen, openbaar groen, speeltuinen, apparaten en machines die bezit zijn van de gemeente. |
Lokale heffingen | Belastingen die aan de gemeente betaald moeten worden. Bijvoorbeeld: afvalstoffenheffing, rioolheffing, toeristenbelasting. |
Programma | Een programma is een verzameling van onderwerpen met een bepaald thema. Berg en Dal kent 5 programma's: 1. Inwoner, 2. Onze buurt, 3. Onze gemeente, 4. Ons geld en 5. Overhead. In een programma staan beschreven: doelen, verwacht resultaat, de activiteite |
Retributie | Een belasting betalen aan de gemeente voor een dienst die zij voor inwoners uitvoeren. Bijvoorbeeld het aanvragen van een paspoort. |
Risico's en weerstandsvermogen | Risico: de kans op een financiële tegenslag. Weerstandsvermogen: de mate waarin de gemeente onverwachte kosten op kan vangen. Zonder dat dit gevolgen heeft voor de taken van de gemeente. |
Structureel geld | Geld dat bestemd is voor meerdere jaren. |
Subsidieplafond | Overzicht van het maximale bedrag aan subsidie dat het College kan geven. |