Hieronder vindt u een overzicht van de verwachte (geraamde) belastinginkomsten voor de jaren 2017 en 2018 en de gerealiseerde inkomsten 2016. De regels met betrekking tot belastingen worden vastgelegd in een zogenaamde verordening. Per verordening of belastingsoort zijn de inkomsten afzonderlijk vermeld.  

In vergelijking met de verwachte opbrengsten 2017 is de raming van de totale belastingen opbrengsten in 2018, per saldo € 288.000 hoger.

De belangrijkste verklaringen zijn:
- meer OZB-opbrengsten € 70.000 door inflatiecorrectie 1,4%;
- € 14.000 meer inkomsten op de afvalstoffenheffing en huisvuilzakken uitgaande van 100%
  kostendekkendheid;
- hogere opbrengsten rioolheffing € 315.000 gebaseerd op de werkelijke opbrengsten in   
  2017 en de tariefstijging van 5% conform GRP. Daarnaast wordt de tariefsverhoging van
  5% ingelopen, die in 2017 niet is doorgevoerd;
- de legesopbrengsten worden voor 2017 € 102.000 lager ingeschat. Met name de leges  
  voor persoonsdocumentatie (rijbewijs, paspoort, enzovoorts).

Onder het kopje 'Overzicht op hoofdlijnen per heffing' leggen we uit welke ontwikkelingen er zijn. Ook leggen we de voorgenomen wijzigingen van de tarieven voor 2018 uit.

Op 6 juli 2017 is de Kadernota 2018 vastgesteld. Hierin staat het beleid opgenomen over de lokale heffingen voor de komende jaren. Bij het opstellen van de begroting 2018, en de meerjarenraming, is van dit financiële kader uitgegaan.

Voor de OZB betekent dit een stijging van 1,4% (inflatiecorrectie).

We gaan ervan uit dat de afvalstoffenheffing, rioolheffing, het rioolaansluitrecht en de leges 100% kostendekkend zijn. Dit betekent dat de opbrengsten en kosten aan elkaar gelijk zijn.

De tarieven toeristenbelasting stijgen met € 0,01 per overnachting per persoon. Dit sluit aan met de in het verleden gemaakte afspraken met de STER (Stichting Toerisme en Recreatie).

Voor de forensenbelasting sluiten we aan bij ons gemeentelijk beleid over de toeristenbelasting. Uitgaande van het laagste tarief toeristenbelasting betekent dit een verhoging van het tarief forensenbelasting met 2%.

Munitax voert voor onze gemeente de belastingwerkzaamheden en de Wet Waardering Onroerende Zaken (Wet WOZ) uit. Munitax is het gemeenschappelijk belastingkantoor waar wij bij zijn aangesloten. Munitax verzendt de belastingaanslagen.

Onroerendezaakbelastingen
De inkomsten Onroerendezaakbelastingen (OZB) zijn niet bestemd voor bepaalde producten of diensten. Het is een zogenaamd algemeen dekkingsmiddel.

De OZB kent twee soorten belastingen:

• een eigenarenbelasting
  dit is belasting die de eigenaar van een gebouw moet betalen.
• een gebruikersbelasting
  dit is een belasting die een gebruiker bijvoorbeeld een huurder van een gebouw moet betalen.

In tegenstelling tot de eigenarenbelasting wordt de gebruikersbelasting alleen geheven van de gebruikers van niet-woningen. Deze belasting is een zogenaamde tijdstipbelasting. Dit betekent dat de toestand per 1 januari van het betreffende jaar bepalend is voor de OZB-heffing. De OZB wordt berekend op basis van de vastgestelde waarde van het pand. Het tarief is een percentage van de waarde van een gebouw. Deze waarde wordt bepaald op basis van de Wet Waardering Onroerende Zaken (Wet WOZ).

Bij het opstellen van deze begroting is voor 2018 uitgegaan van een verhoging van 1,4% (inflatie). Wij verwachten dat de inkomsten in 2018 € 5.146.000 zullen zijn.

De spelregels over de OZB leggen we vast in een verordening. De verordening OZB 2018 wordt in december 2017 door de gemeenteraad vastgesteld. Omdat de WOZ-waarde van een pand het uitgangspunt is voor de heffing houden we bij het berekenen van de tarieven ook rekening met de verandering in de waarde (waardeontwikkeling) van de panden per 1 januari 2017 ten opzichte van 1 januari 2016 (waardepeildatum).

Toeristenbelasting
De inkomsten Toeristenbelasting zijn ook algemene dekkingsmiddelen. Voor 2018 gaan wij ervan uit dat de tarieven stijgen met € 0,01 per overnachting per persoon. Dit sluit aan bij de in het verleden gemaakte afspraken met de STER (Stichting Toerisme en Recreatie). De opbrengst voor 2018 is begroot op € 250.000.

Forensenbelasting
Mensen die meer dan 90 dagen, maar minder dan 9 maanden in één kalenderjaar, in een woning in onze gemeente verblijven en geen inwoner zijn van onze gemeente noemen we forensen. Zij moeten in onze gemeente ook belasting betalen. Dit noemen we de forensenbelasting.
Mensen die forensenbelasting betalen hoeven geen toeristenbelasting te betalen. Dit wordt geregeld in de verordening.
Voor 2017 is het tarief vastgesteld op € 147 per woning per jaar. We sluiten voor de tariefsverhoging voor 2018 aan bij ons gemeentelijk beleid over de toeristenbelasting. Dit betekent een verhoging van 2%. Het tarief wordt afgerond op hele euro’s en komt voor 2018 uit op een bedrag van € 150. Voor 2018 verwachten wij € 15.000 aan inkomsten.

Afvalstoffenheffing
Wij brengen afvalstoffenheffing in rekening op grond van de Wet milieubeheer. Iedereen waarvan de gemeente huishoudelijk afval in moet zamelen moet daarvoor belasting betalen.
De verwachte opbrengst in 2018  is € 2.764.000. Op basis van de begrotingsgegevens realiseren wij een dekkingspercentage van 100%. Dit betekent dat we verwachten dat de kosten gelijk zijn aan de opbrengsten. Dit leidt tot een tariefstijging van ongeveer 1,5%.

Rioolheffing
De gemeente moet zorgen voor de afvoer van het stedelijk afvalwater (rioolwater) en hemelwater (regenwater). De kosten betalen we uit de rioolheffing.
Eind 2015 heeft de gemeenteraad het Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP) 2016-2020 vastgesteld. Het voorstel in het plan om de tarieven te verhogen zijn in 2017 niet uitgevoerd. Dit herstellen we in de begroting 2018. Daarom verhogen we de tarieven voor 2018 met twee keer 5%. Vanaf 2019 verhogen we de tarieven elk jaar met één keer 5%, zoals in het GRP is afgesproken.
De totale opbrengst komt daarmee voor 2018 op € 3.386.000. Op basis van de begroting is de rioolheffing 100% kostendekkend. Dit betekent dat de kosten net zo hoog zijn als de inkomsten.

Rioolaansluitrecht
Bij de harmonisatie van de tarieven in verband met de herindeling (in 2015) is gekozen voor een vast tarief als we een standaard aansluiting op het riool moeten maken. Uitgangspunt hierbij is dat met de opbrengsten de kosten betaald kunnen worden.

Marktgelden
In de marktgeldverordening staan de gemeentelijke regels over de markt. We verhogen de tarieven voor 2018 met 1,4% (inflatie).
Het dekkingspercentage, inclusief de inkomsten uit staangelden, is 66%. Dit betekent dat met de totale opbrengsten (€ 29.000) voor 2018, 66% van de kosten (€ 44.164) betaald kunnen worden. Er is dus een tekort van € 15.164 (zie ook tabel Marktgelden). Volgens ons zijn kostendekkende tarieven niet haalbaar.

Lijkbezorgingsrechten/Grafrechten
De verordening Lijkbezorgingsrechten is per 1 januari 2017 geharmoniseerd. Met de opbrengst uit de begraafrechten betalen we de kosten van het begraven en het onderhouden van de begraafplaatsen. Voor 2018 verhogen we de tarieven met 1,4% (inflatie).
Wij verwachten een opbrengst van € 45.000. Op basis van de begrotingsgegevens realiseren wij een dekkingspercentage van 33%. Het gevolg is een tekort op de exploitatie van € 90.866 voor 2018. Kostendekkende tarieven vinden we niet haalbaar.

Leges

Op basis van de legesverordening worden de rechten geheven van degenen die gebruik maken van de diensten, beschikbaar gesteld door het gemeentebestuur. De Tarieventabel bij de verordening is conform het VNG-model ingedeeld in drie titels zijnde:
Titel 1 Algemene dienstverlening;
Titel 2 Dienstverlening vallende onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunningen;
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijnen.

In artikel 229b van de Gemeentewet is bepaald dat de tarieven zodanig dienen te zijn vastgesteld dat de geraamde baten van de rechten niet uitgaan boven de geraamde lasten. Daar waar rijksnormen of maximumtarieven gelden (zoals bij reisdocumenten), zijn deze leidend. De overige tarieven in de legesverordening worden - los van overige wijzigingen van de legesverordening -  verhoogd met een inflatiecorrectie van 1,4%.

Het is voor belastingplichtigen mogelijk om voor de onroerendezaakbelastingen, afvalstoffenheffing en de rioolheffing kwijtschelding aan te vragen.
In de begroting 2018 is hiervoor een bedrag van € 350.000 opgenomen.

Dit bedrag is geraamd op basis van ervaringscijfers van de laatste twee jaren. Of de aanvrager in aanmerking komt voor kwijtschelding hangt af van zijn persoonlijke financiële situatie. Wij verlenen kwijtschelding als aan alle voorwaarden voor kwijtschelding is voldaan. In onze gemeente hanteren wij de zogenaamde 100 procent kwijtscheldingsnorm. Dit betekent dat mensen met een inkomen op bijstandsniveau, zonder vermogen, altijd in aanmerking komen voor kwijtschelding.

Belastingkantoor Munitax regelt voor ons de uitvoering van het kwijtscheldingsbeleid. Zij maken voor het verlenen van geautomatiseerde kwijtschelding gebruik van de informatie van het landelijk Inlichtingenbureau. Het bureau toetst het gemeentelijke bestand met de huishoudens die in 2017 recht hebben op kwijtschelding aan de hand van gegevens van het UWV, de Belastingdienst en de RDW. Afhankelijk van het toetsingsresultaat wordt het recht op kwijtschelding wel/niet ambtshalve verleend.

De belastingen en heffingen die inwoners betalen, verschillen per persoon. Toch bestaat de behoefte om gemeenten te vergelijken. Voor die vergelijking maken we gebruik van de gemeentelijke lastendruk. Hierbij gaan we uit van een standaardsituatie met de tarieven van onze gemeente. In de berekening van de lastendruk houden we rekening met de Onroerende- zaakbelastingen, Afvalstoffenheffing en Rioolheffing.