Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Het weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om kosten die onverwacht en substantieel zijn op te kunnen vangen, zonder dat de uitvoering van taken en de bedrijfsvoering in gevaar komen. Het weerstandsvermogen geeft aan hoe robuust de financiële positie van de gemeente is. Voor het beoordelen van de "weerstand" is inzicht nodig in de omvang en de achtergronden van de risico’s en de aanwezige weerstandscapaciteit. Het gaat hierbij alleen om risico's waarvoor geen of wellicht onvoldoende verzekeringen zijn afgesloten, voorzieningen zijn gevormd of budgetten binnen de exploitatiebegroting beschikbaar zijn. In deze paragraaf gaan wij in op onze risico’s en het vermogen om deze risico’s op te kunnen vangen.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Algemeen
Wet- en regelgeving
De wettelijke kaders op het gebied van weerstandsvermogen zijn opgenomen in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Hierin is bepaald dat bij de begroting en jaarrekening een paragraaf weerstandsvermogen wordt opgenomen. De bepalingen luiden als volgt (citaat uit BBV):
Artikel 11.
1. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen:- de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de provincie onderscheidenlijk gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken;
- alle risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.
2. De paragraaf betreffende het weerstandsvermogen bevat ten minste:
- een inventarisatie van de weerstandscapaciteit;
- een inventarisatie van de risico’s;
- het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s;
- een kengetal voor de:
1a°. netto schuldquote;
1b°. netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen;
2°. solvabiliteitsratio;
3°. grondexploitatie;
4°. structurele exploitatieruimte; en
5°. belastingcapaciteit- een beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie.
3. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld over de wijze waarop de kengetallen,
genoemd in het tweede lid, onderdeel d, door provincies en gemeenten worden vastgesteld
en in de begroting en het jaarverslag worden opgenomen.Gemeentelijke regelgeving op het gebied van het weerstandsvermogen is opgenomen in de verordening ex. artikel 212 Gemeentewet.
In de “Financiële verordening Berg en Dal 2017”, is het volgende opgenomen:
Artikel 16. Weerstandsvermogen & risicobeheersing
In een nota weerstandsvermogen en risicobeheersing stelt de raad aanvullende regels vast met
betrekking tot weerstandsvermogen en risicobeheersing.Op 17 september 2015 is de "Nota Weerstandsvermogen en Risicobeheersing Groesbeek 2015" vastgesteld.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Risico's
Risicoregister
In het risicoregister hebben wij alle bekende risico’s in beeld gebracht, beoordeeld en geanalyseerd. Vervolgens geven wij aan hoe wij met het risico willen omgaan in termen van beheersing. De risico’s zijn gekwantificeerd en de risicoscore is bepaald. Per risico geven we het financiële belang aan, vervolgens bepalen wij de kans dat het risico zich daadwerkelijk voordoet, uitgedrukt in een percentage. Hierna hebben wij de risicoscore bepaald door het financieel belang te vermenigvuldigen met de kans.
Klasse-indeling
De gehanteerde klasse-indeling ziet er als volgt uit:Kans
Klasse
Referentiebeelden
Kwantitatief
1
Zeer klein (< of 1 keer per 10 jaar)
Zeer onwaarschijnlijk, komt niet voor in de branche, voor zover bekend1-20%
2
Klein (1 keer per 5-10 jaar)
Niet waarschijnlijk maar mogelijk, is binnen andere gemeenten wel eens voorgekomen (in de afgelopen 5 jaar)21-40%
3
Gemiddeld (1 keer per 2-5 jaar)
Komt zelden voor maar is wel al eens voorgekomen (in de afgelopen 5 jaar)41-60%
4
Groot (1 keer per 1-2 jaar)
Is verscheidene malen voorgekomen (3 x of vaker in de afgelopen 5 jaar)61-80%
5
Zeer groot (1 keer per jaar of >)
Komt met enige regelmaat voor (1 of meerdere keren per jaar)81-100%
Beheersen van risico’s
In deze fase definiëren wij oplossingen om de geïdentificeerde risico’s te beheersen. Het is van belang dat wij ook iets met de risico’s doen. Voor elk risico maken wij een keuze uit de volgende vier maatregelen:- Beëindigen (B)
Dit houdt in dat wij beleid waar een risico door ontstaat (adviseren te) beëindigen, op een andere manier vorm te geven of geen beleid te starten dat een risico met zich meebrengt. Ook kunnen wij werkprocessen zodanig invullen, dat bepaalde risico’s worden vermeden.
- Verminderen (V)
Door het risico af te dekken middels een verzekering, een voorziening of een ander budget in de begroting kunnen wij het risico verminderen. Hiermee worden de gevolgen van een risico dus beperkt. Tevens kan bij verminderen gedacht worden aan het aanpakken of wegnemen van de oorzaak van het risico.
- Overdragen (O)
Dit kan door het beleid dat een risico met zich meebrengt, uit te laten voeren door een andere betrokken partij, die daarbij ook de financiële risico’s overneemt.
- Accepteren (A)
Als wij een risico niet (kunnen) vermijden, verminderen of overdragen accepteren wij het risico en zullen wij de eventuele financiële schade volledig middels de weerstandscapaciteit moeten afdekken. Dit betekent niet dat het risico niet beïnvloedbaar is en daarom maar geaccepteerd moet worden. Het betekent dat wij het risico op dit moment accepteren en niet op één of andere wijze afdekken. Mocht de wens bestaan om het risico in de toekomst anders te beheersen dan zullen wij moeten kiezen voor beëindigen, verminderen of overdragen.
Inventarisatie risico's
Bij dit onderdeel presenteren wij de risico's. Wij hebben een inventarisatie uitgevoerd, de risico's geanalyseerd en beoordeeld en vervolgens zoveel als mogelijk gekwantificeerd.
We kunnen de risico’s als volgt onderverdelen:
- Aansprakelijkheidsrisico’s
- Risico’s op eigendommen
- Risico’s van de bedrijfsvoering
- Financiële risico’s
- Grondexploitatie
- Verbonden partijen
- Open-einde regelingen
- Grote projecten
- Overige financiële risico's
Bedragen x € 1.000
Categorie
Risico
1. Aansprakelijkheid
410
2. Eigendommen
119
3. Bedrijfsvoering
243
4. Financieel
2.590
Totaal risico's
3.362
1. Aansprakelijkheid (totaal risico € 410.000)
Bedragen x €1.000
Categorie Onderwerp
Beh.
Fin. Belang
Kans
Risico score
€
Kl.
%
€
Nalatigheid of onrechtmatig handelen
V
100
1
5%
5
Planschade
O/V
50
1
10%
5
Schadeclaims
A
2.000
1
20%
400
Totaal
2.150
410
Nalatigheid of onrechtmatig handelen
De risico’s zijn in de meeste gevallen beperkt, doordat waar mogelijk verzekeringen zijn afgesloten. Ook hebben wij in de begroting diverse budgetten beschikbaar, bijvoorbeeld om ons eigen risico af te dekken.Planschade
Planschade wordt zoveel mogelijk afgedekt in contracten met ontwikkelaars. In geval van een gemeentelijke ontwikkeling (waar geen verhaal kan plaatsvinden), wordt hier bij de kredietvotering rekening mee gehouden.Schadeclaims
De gemeente loopt altijd het risico dat er schadeclaims ingediend worden. Over het algemeen zijn dit langlopende procedures waarvoor de risico's moeilijk in te schatten zijn. Daarom is hiervoor in de exploitatie geen raming opgenomen. Om de risico's toch mee te kunnen nemen in deze paragraaf, zijn we uitgegaan van een totaal bedrag van € 2 miljoen met een kans van 20%.2. Eigendommen (totaal risico € 119.000)
Bedragen x €1.000
Categorie Onderwerp
Beh.
Fin. Belang
Kans
Risico score
€
Kl.
%
€
Eigen risico schadegevallen
V
25
3
50%
13
Schade door vandalisme/diefstal (in openb. ruimte)
V
40
3
50%
20
Onderhoud gemeentelijke gebouwen en terreinen
A
100
3
50%
50
Ruiming explosieven
V
50
1
10%
5
Bodemsanering
V
100
2
25%
25
Archeologie
V
25
2
25%
6
Totaal
340
119
Eigen risico schadegevallen
De risico’s met betrekking tot onze eigendommen hebben wij aanzienlijk beperkt door het afsluiten van brand- en stormverzekeringen. Er geldt hiervoor een eigen risico van € 2.500 per gebeurtenis. Zaken als bijvoorbeeld vandalisme zijn uitgesloten van de verzekering.Schade door vandalisme/diefstal (in de openbare ruimte)
Vandalisme is niet verzekerd. De kosten worden opgevangen binnen reguliere budgetten en leiden niet tot grote overschrijdingen. Er worden ook bewuste keuzes gemaakt bij het gebruik van materialen in de openbare ruimte, risicomijdend.Onderhoud gemeentelijke gebouwen en terreinen
Wij voeren voor onze eigendommen planmatig beheer en onderhoud uit. Dit doen wij op basis van de beheerplannen en actuele inspecties. De onderhoudstoestand van de gebouwen is op peil en de noodzakelijke dotaties aan de onderhoudsvoorzieningen worden iedere drie jaar geactualiseerd. Voor een aantal gebouwen loopt de discussie over voortgezet gebruik. Hiervoor worden momenteel geen dotaties aan de voorzieningen geraamd.Ruiming explosieven
Er is een risico dat bij grondwerken explosieven worden aangetroffen waarvoor onderzoeken, dan wel ruimingen moeten plaatsvinden. De kosten hiervan worden zoveel mogelijk vooraf in de projectkosten geraamd en/of in rekening gebracht bij de ontwikkelaars.Bodemsanering
Bij projecten worden partijkeuringen uitgevoerd op vrijgekomen grond. Bij het aantreffen van ernstige verontreiniging kan dit tot aanzienlijke verwerkingskosten leiden.Archeologie
We lopen het risico dat er archeologische vondsten gedaan worden bij projecten in de openbare ruimte. Dit risico wordt geïnventariseerd door middel van het maken van proefsleuven voor de start van een project.3. Bedrijfsvoering (totaal risico € 243.000)
Bedragen x €1.000
Categorie Onderwerp
Beh.
Fin. Belang
Kans
Risico score
€
Kl.
%
€
Bedrijfsongevallen
V/A
250
1
2%
5
Fraude en diefstal
B
p.m.
1
1%
p.m.
Afwezigheid personeel wegens ziekte of anderszins
V
618
2
25%
155
Vertrek personeel
V
100
1
10%
10
ICT
V
129
3
50%
65
Informatiebeveiliging
V
800
1
1%
8
Totaal
1.898
243
Bedrijfsongevallen
Wij hebben de "Goed Werkgeverschapsverzekering" afgesloten. Werkgevers hebben de wettelijke zorgplicht voor de veiligheid van werknemers en die zorgplicht wordt uitgebreid. De werkgever is aansprakelijk voor bedrijfsongevallen en beroepsziekten van werknemers. Ook molest is meeverzekerd. Naast ambtenaren vallen ook raadsleden, wethouders en de burgemeester onder de polis.Fraude en diefstal
De huidige economische ontwikkelingen kunnen voor de gemeente leiden tot verhoogde prikkels of gelegenheden tot het doen van of meewerken aan fraude. Er is een Fraude- en Berovingsrisicoverzekering afgesloten.
Daarnaast worden fysieke en/of administratieve maatregelen genomen (functiescheiding, procesbeschrijvingen). De interne controle richt zich ook op deze zaken.Afwezigheid van personeel wegens ziekte of anderszins
Kennis en kunde zijn (tijdelijk) niet beschikbaar waardoor de kwaliteit van de organisatie en de door de organisatie geleverde producten lager kan worden. Uitgangspunt bij ziekteverzuim is een interne oplossing en geen externe inhuur, afhankelijk van de duur van de afwezigheid en taak.Vertrek personeel
Als gevolg van vertrek van personeel kan er kennis en kunde verloren gaan. Daarnaast is er bij het huidige personeel veel ervaring en kennis van de lokale situatie aanwezig, welke bij vertrek verloren gaan. Dit kan leiden tot inefficiency.ICT
Computeruitval kan tot gevolg hebben dat onze dienstverlening niet meer uitgevoerd kan worden en onze medewerkers niet meer optimaal kunnen werken. Vooral de laatste tijd zijn bedreigingen van virussen in het nieuws, hetzelfde geldt voor datalekken.Informatiebeveiliging
Informatiebeveiliging wordt steeds actueler. Er is weliswaar steeds meer aandacht, maar het risico wordt ook steeds groter. Denk hierbij aan datalekken.4. Financieel (totaal risico € 2.590.000)
Bedragen x €1.000
Categorie Onderwerp
Beh.
Fin. Belang
Kans
Risico score
€
Kl.
%
€
Open-einde regelingen
Leerlingenvervoer
A
318
3
50%
159
Nieuwe Wmo en Jeugdwet
A
3.000
3
50%
1.500
Hulp bij het huishouden
A
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Af-/toename aantal uitkeringen PW/IOAW/IOAZ
V/A
p.m.
2
25%
p.m.
Vangnetuitkering Participatiewet
A
p.m.
1
10%
p.m.
Toename aanvragen bijz.bijstand/armoedebestrijding
V
177
3
50%
89
Toename aanvragen schuldhulpverlening
V
15
3
50%
8
Toename aantal Bbz regeling (leningen)
A
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Toename aanvragen voorzieningen Wmo
V
350
2
25%
88
Vermindering legesopbrengsten bouwvergunningen
V
138
1
5%
7
Toename bezwaar/kwijtschelding
V
80
1
5%
4
Lagere opbrengsten OZB, AH en RH door leegstand
V/A
160
1
10%
16
Verbonden partijen
GGD
V/A
p.m.
3
50%
p.m.
MARN
V/A
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
ODRN
V/A
50
2
25%
13
VRGZ
V/A
98
1
10%
10
MGR Werkbedrijf en ICT
V/A
355
3
50%
178
Grondexploitatie
Toerekening apparaatskosten grex
V
236
1
5%
12
Economische risico's en vertraging
V/A
578
p.m.
p.m.
56
Grote projecten
Toerekenen apparaatskosten aan projecten
V
1.020
1
10%
102
Overige financiële risico's
BTW subsidies sport
A
662
1
20%
132
Opbrengst verpakkingsafval
A
121
4
80%
97
Loonontwikkelingen
A/V
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Ontwikkeling pensioen premie
A
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Prijsontwikkelingen
V
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Algemene uitkering
A/V
200
2
25%
50
Renterisico
A
25
2
30%
8
Beleggingen - dividend
A
100
1
15%
15
Decentralisatie Rijkstaken
A
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Oninbare vorderingen
V
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Bezwaarschriften
V
5
4
80%
4
Garanties en borgstellingen
A
3.900
1
1%
39
Hypotheken personeel
V/B
100
1
3%
3
Wachtgeld/pensioenen bestuurders
V
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Totaal
11.688
2.590
De risico's bij dit onderdeel hebben betrekking op open-einde regelingen, schadeclaims, verbonden partijen, grondexploitatie, grote projecten en overige financiële risico's.
Open-einde regelingen (totaal risico € 1.871.000)
Leerlingenvervoer
In 2017 was € 558.000 geraamd voor leerlingenvervoer. De eerste concept begroting 2018 van DRAN laat een bijdrage zien van € 335.000, een voordeel dus van € 222.000. Hierop hebben wij onze begroting gebaseerd. De verdeelsleutel wordt nog aangepast. Nadien is de begroting van DRAN aangepast naar aanleiding van nieuwe verdeelsleutels. Dit zou een rechtvaardigere verdeling van de kosten tussen gemeenten tot gevolg moeten hebben. Wat blijkt: onze kosten zouden volgens de nieuwe verdeelsleutels stijgen met € 96.000 in plaats van te dalen met € 222.000. Dit is een verschil van € 318.000. Ook andere gemeenten ondervinden een behoorlijk nadeel. Afgesproken is dat nader onderzoek nodig is voordat een definitieve beslissing zal worden genomen. Uit onze analyse blijkt dat de kosten van de bijgestelde begroting met ruim € 4 miljoen. stijgen en hierdoor heeft elke gemeente een nadeel. Dit is neergelegd bij de regio. Er is een werkgroep opgericht, die nader gaat kijken naar de verdeelsleutels.
In afwachting van de definitieve besluitvorming, schatten wij de kans in op 50%.Nieuwe Wmo en Jeugdwet
Hier is sprake van een open-einde regeling. Afgelopen jaren is gebleken dat we nog onvoldoende zicht hebben op het aantal klanten, de hiermee gepaard gaande kosten en hoeveel ondersteuning (fte wijkteams, backoffice, ROB, GGD, en dergelijke) nodig is. De budgetten zijn voor 2018 al fors verhoogd. We lopen het risico dat de kosten toch nog met 25% stijgen.Hulp bij het huishouden
Vanwege de Algemene Maatregel van Bestuur reële kostprijs Wmo 2015 is de gemeente de tarieven voor de hulp bij het huishouden opnieuw aan het onderzoeken. De verwachting is dat de tarieven met terugwerkende kracht omhoog moeten. Daarnaast is er door de sociale partners een akkoord bereikt over de cao VVT 2016-2018. De nieuwe cao treedt vermoedelijk in april 2018 in werking. Hierdoor komen huishoudelijke hulpen Wmo in een hogere loonschaal.
We verwachten dat door beide ontwikkelingen de tarieven voor de hulp bij het huishouden in 2018 gaan stijgen en dat het budget daardoor mogelijk niet voldoende zal zijn. Op dit moment is niet duidelijk wat de gevolgen precies zullen zijn. In de Voorjaarsnota 2018 komen we hierop terug.Af-/toename aantal uitkeringen Participatiewet PW / IOAW / IOAZ
In de begroting 2018 is rekening gehouden met de vangnetuitkering. Verandering van het aantal klanten leidt tot hogere/lagere uitgaaf maar tegelijkertijd tot een hogere/lagere vangnetuitkering.Vangnetuitkering Participatiewet
In de begroting is rekening gehouden met een vangnetuitkering van € 0,844 miljoen. Als de uitgaven meer dan 107,5% van de rijksuitkering bedragen, dan kan de gemeente een verzoek indienen voor een aanvullende rijksuitkering. Om hiervoor in aanmerking te komen moet de raad de Notitie Vangnetuitkering in 2018 vaststellen. Hierin worden oorzaken van de hogere uitgaven beschreven. Ook staan hierin de inspanningen van het college om uitgaven terug te brengen. Het risico bestaat dat het verzoek om aanvullende uitkering niet of ten dele wordt verkregen.Toename aanvragen bijzondere bijstand/armoedebestrijding
De uitgaven worden geraamd op € 1,77 miljoen. De kans dat dit bedrag hoger wordt is aanwezig, maar niet groot. 10% wordt als risico aangehouden.Toename aanvragen schuldhulpverlening
Dit gaat om het risico dat het aantal aanvragen groter is dan waarmee we in de begroting rekening gehouden hebben.
Er wordt een stabilisatie van het aantal schuldhulpverlenings- verzoeken verwacht; het risico schatten we in op 10%.Toename aantal Bbz regeling (leningen)
Dit gaat om het risico dat het aantal aanvragen groter is dan waarmee we in de begroting rekening gehouden hebben.
Gezien de jaarcijfers over voorgaande jaren wordt het huidig budget voldoende geacht.Toename aanvragen voorzieningen Wmo
Dit gaat om het risico dat het aantal aanvragen groter is dan waarmee we in de begroting rekening gehouden hebben.
Het risico wordt ingeschat op 10% van € 3,5 miljoen inclusief Wmo-vervoer door DRAN gezien de uitgaven in de afgelopen jaren.Vermindering legesopbrengsten bouwvergunningen
Dit risico is gebaseerd op 25% van de geraamde opbrengst van € 550.500 en een kans van 5%.Toename bezwaar/kwijtschelding - kosten/minder opbrengsten
Dit risico is altijd aanwezig, maar wij schatten de kans relatief laag in.Lagere opbrengsten onroerende zaakbelasting, afvalstoffenheffing en rioolheffing door leegstand (bedrijfs)vastgoed
We lopen altijd het risico dat we minder opbrengsten realiseren door leegstand van (bedrijfs)vastgoed.Verbonden partijen (risico € 201.000)
Hierbij gaat het om partijen waarin de gemeente zowel een financieel als een bestuurlijk belang heeft. De verbonden partijen met de grootste financiële belangen zijn de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ), de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Regio Nijmegen (GGD), de Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN), de Milieusamenwerking en Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN) en het werkbedrijf Rijk van Nijmegen. Voor een nadere toelichting op de verbonden partijen wordt verwezen naar de paragraaf verbonden partijen in deze begroting. Het totale risico ten aanzien van verbonden partijen is vooralsnog gekwantificeerd op € 201.000.
GGD
In de praktijk is gebleken, dat de jaarrekeningen meestal sluiten met een positief saldo. Hierdoor verwachten we weinig risico.MARN
De risico’s van de MARN zijn beperkt. Het Algemeen Bestuur heeft in de notitie Weerstandsvermogen bepaald dat voor de afdekking van de risico’s de begrotingspost Onvoorzien voldoende is. Daarnaast is MARN aandeelhouder in ARN B.V.. Zij heeft één lening (in verband met grondverkoop) en geen garanties meer uitstaan naar ARN B.V.. De lening is afgedekt met een eerste recht van hypotheek. Tevens heeft MARN met ARN B.V. een vast tarief met indexering voor het door de deelnemers in de MARN aangeleverde afval. Het risico dat MARN loopt bedraagt ten hoogste de waarde van de aandelen die MARN heeft in ARN B.V. . Deze zijn gewaardeerd op verkrijgingsprijs en wel voor een waarde van € 1.701.675. Verder wordt verwezen naar de paragraaf verbonden partijen.
Door het Algemeen Bestuur is in juni 2014 besloten dat de MARN geen weerstandsvermogen dient aan te houden anders dan de € 10.000 Post onvoorzien uit de begroting.
Indien de Algemene reserve onvoldoende is om in een bepaald jaar tekorten, die voortvloeien uit de rekening, op te vangen en er geen andere dekking kan worden gevonden, wordt het bepaalde in de tekst van de gemeenschappelijke regeling MARN artikel 28 van toepassing. Daarin is bepaald dat de gemeenten naar rato van het inwonertal dienen bij te dragen in tekorten van de MARN. Over 2016 behaalde de MARN een positief resultaat van ruim € 450.000.ODRN
Het totaal van de risico's van de ODRN bedraagt € 803.000. Hiervan heeft € 200.000 betrekking op bedrijfsvoeringsrisico's die de ODRN zelf kan opvangen. De overige (bestuurlijke) risico's bedragen dan € 603.000. De ODRN rekent vervolgens met een dempingsfactor van 0,6 omdat niet alle risico's zich tegelijkertijd zullen voordoen. 0,6 x € 603.000 = € 361.800. Onze gemeente heeft een aandeel van 13,87%. € 361.800 x 13,87% = € 50.000.VRGZ
Volgens het rapport van de Adviesfunctie van de gemeente Nijmegen is ons aandeel in het berekende risico € 86.272. Dit is gebaseerd op het verschil tussen de risico's en de aanwezige reserve. Daarnaast heeft de VRGZ een bezuinigingstaakstelling gekregen van € 850.000. Het aandeel van onze gemeente is ongeveer € 49.000. Ervan uitgaande dat hiervan 75% gerealiseerd kan worden, is het risico dat blijft hangen 25% ofwel ongeveer € 12.000. Het totale risico komt hiermee op € 98.000.MGR Werkbedrijf en ICT
De risico's van het werkbedrijf zijn gekwantificeerd in de begroting van het werkbedrijf. Aangezien het werkbedrijf geen algemene reserve mag aanhouden, moet elke gemeente haar risicodeel in de begroting opnemen. De verwachtingswaarde van de risico's bedraagt € 3,945 miljoen. en het risico op € 1,976 miljoen. Ons aandeel bedraagt daarin ongeveer 9%.Grondexploitatie (risico € 68.000)
Om de risico’s te beperken hanteert de gemeente een overwegend faciliterend grondbeleid. De specifieke risico’s met betrekking tot de grondexploitaties zijn omschreven in de paragraaf grondbeleid.
De risico's in de sfeer van de grondexploitatie hebben vooral te maken met algemene economische ontwikkelingen die leiden tot lagere opbrengsten of hogere kosten. Hier valt bijvoorbeeld te denken aan vertraging van bouwprojecten (vooral rentekosten), het terugtrekken van partners, of het lager uitvallen van grondprijzen ten opzichte van de ramingen. Hoewel de economische vooruitzichten weer wat gunstiger lijken te zijn, is het in de huidige economische situatie nog steeds de vraag of de geraamde opbrengsten van de bouwkavels kunnen worden gerealiseerd en op welke termijn. Om de economische risico’s te kwantificeren is uitgegaan van een scenario waarin de nog te realiseren opbrengsten na 1 januari 2017 10% lager uitvallen dan geraamd en de nog te realiseren kosten 5% hoger uitvallen dan geraamd in de meest recente rapportage grondexploitaties.
Een ander risico schuilt in de toerekening van apparaatskosten aan de grondexploitaties. Wanneer projecten niet doorgaan komen de apparaatskosten mogelijk ten laste van de exploitatie. Meer informatie over de complexen van de grondexploitatie staat in de paragraaf grondbeleid.
Grote projecten (risico € 102.000)
Ook hier geldt dat we een risico lopen ten aanzien van de toegerekende apparaatskosten. Net zoals bij de grondexploitatie komen deze kosten, bij het niet doorgaan van de projecten, ten laste van de exploitatie. We hebben voor de grote projecten een risico berekend van € 102.000.
Overige financiële risico's (risico € 348.000)
BTW subsidies sport
In onze subsidieregeling staat dat wij investeringen kostendekkend vergoeden. Als er een (BTW-plichtige) sportstichting is opgericht, kan deze stichting de inkoop-BTW terugvorderen bij de belastingdienst. In dat geval vergoeden wij het netto investeringsbedrag (exclusief BTW). Als deze stichting niet bestaat vergoedt de gemeente de investering inclusief BTW. In de toekomst kan het zijn dat stichtingen geen inkoop-BTW meer kunnen terugvragen. De reden hiervan is dat de Europese regelgeving afwijkt van de Nederlandse en dat Europa gaat eisen dat Nederland het belastingstelsel moet aanpassen.
Gevolg: De sportstichtingen kunnen geen inkoop-BTW meer terugvragen en vervolgens betaalt de gemeente ook de BTW-component op toekomstige investeringen. In de subsidieregeling staat tenslotte dat we investeringen kostendekkend vergoeden. Het risico bestaat dan, dat we maximaal 21% van de (netto) investeringssubsidie extra moeten uitbetalen.
De geraamde BTW(-component) bedraagt voor de jaren 2018 - 2021 in totaal € 662.000.Opbrengst verpakkingsafval
Het verpakkingsafval van kunststof, blik en drankkartons zamelen we in de regio gescheiden in. Die apart ingezamelde hoeveelheid wordt vervolgens gesorteerd en gerecycled. Hiervoor is een sorteerrendement afgesproken van 85%. Over die 85% ontvangen we een vergoeding van Nedvang.
Het blijkt dat er in de praktijk ongeveer 35% vervuiling in het gescheiden afval zit. Het gevolg is dat het percentage van 85% niet gehaald wordt. De vergoeding ontvangen we dus over een lagere hoeveelheid.
Op basis van een sorteerrendement van 85% is de inkomst geraamd die wij verwachten vanuit Nedvang voor het gerecyclede kunststofafval (plastic, blik, drankkartons)
Wanneer het percentage daadwerkelijk 65% bedraagt, dan realiseren we in Berg en Dal € 120.960 minder aan opbrengst voor kunststofafval.
Dit betekent dan een nadeel op afval. Over de voortgang van dit dossier overleggen we met MARN, ARN en Dar.Overig
Dit betreft risico’s met betrekking tot loon- en prijsontwikkelingen, ontwikkeling pensioenpremie, de algemene uitkering uit het Gemeentefonds, het renterisico, de dividenduitkeringen, de decentralisatie van rijkstaken, de oninbaarheid van vorderingen, het ontvangen van bezwaarschriften, de garanties en borgstellingen, de hypotheken voor het personeel en de wachtgelden voor bestuurders.Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Weerstandscapaciteit
Berekening weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit geeft aan welke middelen wij beschikbaar hebben om eventuele tegenvallers op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van bestaande zaken. De weerstandscapaciteit wordt onderverdeeld in structureel en incidenteel.
Structurele weerstandscapaciteit
De structurele weerstandscapaciteit is opgebouwd uit de:
1. onbenutte belastingcapaciteit;
2. post onvoorzien;
3. vrije begrotingsruimte;
4. structurele bezuinigingsmogelijkheden.1. Onbenutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit bestaat uit de mogelijkheden die wij als gemeente nog hebben om onze belastingopbrengsten te verhogen binnen de wettelijke grenzen.De totale onbenutte belastingcapaciteit bedraagt:
Bedragen x € 1.000
Belasting c.q. recht
Bedrag
1.
OZB
3.387
2.
Afvalstoffenheffing
-
3.
Rioolheffing
-
4.
Leges
p.m.
Totaal
3.387
Toelichting onbenutte belastingcapaciteit.
Onroerende zaakbelastingen
Voor de OZB hanteren we de zogenaamde artikel 12 norm. Op basis van de meicirculaire 2017 is deze norm 0,1952%. De onbenutte belastingcapaciteit is als volgt berekend.Bedragen x € 1.000
Onderdeel
Bedrag
Berekende waarde woningen*
3.367.205
Berekende waarde niet-woningen - eigenaren*
518.861
Berekende waarde niet-woningen - gebruikers*
485.322
Totaal waarde
4.371.388
Minimale opbrengst artikel 12-norm
8.533
Opbrengsten 2018
5.146
Onbenutte belastingcapaciteit
3.387
*: conform berekening algemene uitkering 2018-2021 o.b.v. meicirculaire 2017
Afvalstoffenheffing
Het uitgangspunt is volledige kostendekking ofwel 100% kostendekkendheid. In de begroting 2018 is dit het geval. Dit betekent dat er geen sprake is van onbenutte belastingcapaciteit met betrekking tot de afvalstoffenheffing.Rioolheffing
Het uitgangspunt is volledige kostendekking ofwel 100% kostendekkendheid. In de begroting 2018 is dit het geval. Dit betekent dat er geen sprake is van een onbenutte belastingcapaciteit met betrekking tot de rioolheffing.Leges
Bij de heffing van leges hanteren we volledige kostendekking als uitgangspunt. Van belang hierbij is dat het totale bedrag aan legesinkomsten de aan de leges toegerekende lasten volledig dekt. Wij kunnen deze kosten niet volledig in beeld brengen. Hiervoor is een verfijning van de huidige kostenverdeelsystematiek noodzakelijk. De onbenutte belastingcapaciteit kunnen wij daarom niet in een bedrag uitdrukken. In de tabel is dit aangeduid met p.m. (pro memorie).2. Post Onvoorzien
In de begroting is voor 2018 € 25.000 geraamd als stelpost voor onvoorziene uitgaven.3. Vrije begrotingsruimte
In de begroting is een jaarlijkse stelpost van € 100.000 opgenomen voor nieuw beleid. Dit bedrag kan aangemerkt worden als vrije begrotingsruimte.4. Structurele bezuinigingsmogelijkheden
Er zijn geen structurele bezuinigingsmogelijkheden die ingezet worden als onderdeel van de structurele weerstandscapaciteit.Incidentele weerstandscapaciteit
De incidentele weerstandscapaciteit is opgebouwd uit de:
1. algemene reserve;
2. bestemmingsreserves, waarvan de bestemming nog kan worden gewijzigd;
3. stille reserves;
4. incidentele bezuinigingsmogelijkheden.1. Algemene reserve
De begrote stand van de algemene reserve per 31 december 2018 is € 11.678.000. De begrote stand van de vaste algemene reserve bedraagt € 17.629.000. Totaal: € 29.307.000.2. Bestemmingsreserves
Er zijn geen bestanddelen van de bestemmingsreserves beschikbaar als weerstandscapaciteit.3. Stille reserves
Het gaat bij stille reserves om de overwaarde van gemeentelijke bezittingen die direct verkoopbaar zijn zonder dat de bedrijfsvoering of het gemeentelijke beleid hierdoor wordt beïnvloed. De overwaarde (stille reserve) betreft het verschil tussen de verwachte verkoopopbrengst en de begrote boekwaarde per 31 december 2018.Wij hebben onze bezittingen beoordeeld op de benoemde uitgangspunten. Een groot deel van onze bezittingen is nodig voor de bedrijfsvoering en de uitvoering van ons beleid. Ons gemeentehuis gebruiken we voor ons bestuur en de publieksservice. De onderwijs- en welzijnsgebouwen zijn beleidsmatig noodzakelijke voorzieningen.
De enige stille reserve die we hebben is de waarde van de gronden, die op de balans verantwoord is onder de materiële vaste activa. De actuele waarde ligt € 390.000 hoger dan de boekwaarde van € 303.000.4. Incidentele bezuinigingsmaatregelen
Er is geen sprake van incidentele bezuinigingsmaatregelen die kunnen bijdragen aan de incidentele weerstandscapaciteit.
Totaaloverzicht weerstandscapaciteit
De totale weerstandscapaciteit van de gemeente ziet er als volgt uit:
Bedragen x € 1.000
Onderdeel
Bedrag
Structurele weerstandscapaciteit
1.
onbenutte belastingcapaciteit
3.387
2.
post onvoorzien
25
3.
vrije begrotingsruimte
100
4.
structurele bezuinigingsmogelijkheden
-
Totaal structurele weerstandscapaciteit
3.512
Incidentele weerstandscapaciteit
1.
algemene reserve
29.307
2.
bestemmingsreserves
-
3.
stille reserves
390
4.
incidentele bezuinigingsmogelijkheden
-
Totaal incidentele weerstandscapaciteit
29.697
Totaal weerstandscapaciteit per 31-12-2018
33.209
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Weerstandsvermogen
Ratio weerstandsvermogen
Op basis van het risicoprofiel en de inventarisatie van de weerstandscapaciteit bepalen wij ons weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen drukken wij uit in een verhoudingsgetal.
Ratio weerstandsvermogen =
Beschikbare weerstandscapaciteit
Benodigde weerstandscapaciteit (= totaal risicoscore)
Op basis van de begroting 2018 ziet de weerstandsratio er als volgt uit:
Begroting
Begroting
Rekening
Begroting
Rekening
Begroting
2018
2017
2016
2016
2015
2015
Ratio
33.209
=
9,88
8,31
10,61
4,47
3,85
2,50
weerstandsvermogen
3.362
Voor 2016 berekenden we de ratio nog zonder de vaste algemene reserve. Dit veroorzaakt het grote verschil ten opzichte van de jaren vanaf 2016.
Wanneer de nog van het rijk te ontvangen frictiekostenvergoeding in 2018 wordt meegewogen in de berekening van het weerstandsvermogen, dan bedraagt de ratio weerstandsvermogen 34.780 / 3.362 = 10,35.
Conclusie
Onze weerstandsratio is uitstekend.
Hierbij maken wij de volgende kanttekening:
Veel risico's zijn niet of nauwelijks in te schatten. Deze hebben we als "p.m." (pro memorie) meegenomen. We weten dat we de risico’s lopen, maar weten niet hoog deze zijn. Deze risico's worden niet (of met de waarde 0) meegenomen in de totaaltellingen. Dit betekent eigenlijk dat het totaal van de risico's te laag is.Om het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen dient dit genormeerd te worden. Hiervoor maken we gebruik van onderstaande waarderingstabel. Deze tabel is ontwikkeld door het Nederlands Adviesbureau Risicomanagement in samenwerking met de Universiteit Twente. Diverse gemeenten hanteren deze tabel, die een goed inzicht geeft in de vraag of er genoeg weerstandscapaciteit is.
Tabel: Normering weerstandsvermogen
Ratio weerstandsvermogen
Betekenis
> 2,0
Uitstekend
1,4 < x < 2,0
Ruim voldoende
1,0 < x < 1,4
Voldoende
0,8 < x < 1,0
Matig
0,6 < x < 0,8
Onvoldoende
< 0,6
Ruim onvoldoende
Met een weerstandsvermogen van 9,88 beschikken wij op dit moment over een uitstekend weerstandsvermogen. Er zijn voldoende middelen om de geïnventariseerde risico’s op te kunnen vangen.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Kengetallen
Financiële kengetallen
Op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (Bbv) moeten gemeenten een vijftal financiële kengetallen opnemen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing van de begroting en de jaarstukken. Het doel is om op deze wijze makkelijker inzicht te verschaffen in de financiële positie van de gemeente.
De vijf kengetallen maken inzichtelijk over hoeveel (financiële) ruimte de gemeente beschikt om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of op te vangen. Ze geven inzicht in de financiële weer- en wendbaarheid. Hoe de kengetallen in relatie tot de financiële positie moeten worden beoordeeld, is voorbehouden aan de raad. Hiervoor zijn geen algemene normen gegeven.
Toelichting kengetallen
De kengetallen betreffen:
1a. de netto schuldquote;
1b. de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen;
2. de solvabiliteitsratio;
3. de grondexploitatie;
4. de structurele exploitatieruimte;
5. de belastingcapaciteit.De kengetallen worden hieronder inhoudelijk toegelicht.
Netto schuldquote & de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Omdat er bij leningen onzekerheid kan bestaan of ze allemaal worden terugbetaald, wordt bij de berekening van de netto schuldquote onderscheid gemaakt door het kengetal zowel inclusief als exclusief de doorgeleende gelden te berekenen. Op die manier wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is én wat dat betekent voor de schuldenlast.De solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Onder de solvabiliteitsratio wordt het eigen vermogen als percentage van het totale balanstotaal verstaan.Kengetal grondexploitatie
Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. De accountant beoordeelt ieder jaar bij de jaarrekening of de gronden tegen een actuele waarde op de balans zijn opgenomen.Structurele exploitatieruimte
De structurele exploitatieruimte is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte de gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten.Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en afvalstoffenheffing voor een woning met gemiddelde waarde in die gemeente.Berekening kengetallen
Kengetal
Rekening 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
Begroting 2020
Begroting 2021
Normering
Categorie1a. Netto schuldquote
30%
41%
41%
38%
42%
41%
A
1b. Netto schuldquote
met correctie alle verstrekte leningen
16%
24%
27%
24%
28%
27%
A
2. Solvabiliteitsratio
52%
45%
48%
47%
46%
45%
B
3. Grondexploitatie
4%
2%
6%
5%
4%
4%
A
4. Structurele exploitatieruimte
4%
2,1%
2,1%
2,1%
2,1%
2,1%
A
5. Belastingcapaciteit
89%
91%
96%
96%
96%
96%
A
Beoordeling kengetallen
Zoals aangegeven bestaan er geen algemeen geldende of wettelijk voorgeschreven normen voor de beoordeling van de financiële kengetallen in relatie tot de financiële positie van de gemeente. Voor een afgewogen beoordeling van de financiële positie moeten de financiële kengetallen in hun onderlinge samenhang en binnen de specifieke context van de gemeente worden bekeken.
Om de beoordeling gemakkelijker te maken hebben wij in de laatste kolom van bovenstaande tabel een normering opgenomen. Deze normering is gelijk aan de normen die de provincie Gelderland in het kader van haar financiële toezichtsfunctie hanteert. Hierbij wordt gewerkt met de drie categorieën ‘A’, ‘B’ en ‘C’. Aan deze categorieën is geen kwalificatie gegeven, omdat normering in eerste instantie door de gemeente zelf plaats dient te vinden. Wel kan over het algemeen worden gesteld, dat categorie A het minst risicovol is en categorie C het meest.
In samenhang geven de kengetallen een positief beeld van de financiële positie van de gemeente Berg en Dal. De schuldpositie is op een aanvaardbaar niveau, er is sprake van enige onbenutte belastingcapaciteit en het weerstandsvermogen is uitstekend zodat wij in staat zijn om eventuele financiële tegenvallers op te kunnen vangen.
Kengetal
Categorie A
Categorie B
Categorie C
1. Netto schuldquote
a. zonder correctie doorgeleende gelden
<90%
90-130%
>130%
b. met correctie doorgeleende gelden
<90%
90-130%
>130%
2. Solvabiliteitsratio
>50%
20-50%
<20%
3. Grondexploitatie
<20%
20-35%
>35%
4. Structurele exploitatieruimte
Begr én MJR >0%
Begr én MJR >0%
Begr én MJR <0%
5. Belastingcapaciteit
<95%
95-105%
>105%
Ten aanzien van de grondexploitaties geldt dat deze jaarlijks worden geactualiseerd en dat de waardering van de grondexploitaties wordt betrokken in het oordeel van de accountant ten aanzien van de getrouwheid van de jaarrekening. Dit oordeel is tot op heden positief. Waar nodig zijn voor voorziene exploitatietekorten afdoende voorzieningen getroffen.