Financiering
Op grond van het BBV, Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, moeten we een paragraaf financiering opstellen. In deze paragraaf staat hoe wij de risico’s op het geld dat we uitlenen en lenen beheersen. De risico’s die we moeten beheersen zijn koersrisico’s en renterisico’s.
Financiering
Financiering
Financiering
Financieringsstatuut
In het financieringsstatuut zijn door het college de richtlijnen vastgesteld voor het sturen en beheersen van, het verantwoorden over, en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s.Financiële verordening (artikel 212 Gemeentewet)
Met het vaststellen van de financiële verordening heeft de raad de kaders aangegeven voor de inrichting van de financiële functie en de uitgangspunten voor het financieel beleid en het financieel beheer. Er is een relatie gelegd met het financieringsstatuut.Financieringspositie
De financieringspositie geeft de financieringsbehoefte van de gemeente aan.Bedragen x € 1.000
Financieringspositie
1-1-2018
Totaal vaste activa (a)
88.884
Financieringsmiddelen:
Reserves en voorzieningen
58.462
Langlopende leningen
23.515
Voorziening grondexploitatie
3.437
Totaal financieringsmiddelen (b)
85.414
Financieringspositie (b-a)
-3.470
Bovenstaande berekening is een momentopname. De feitelijke omvang van het financieringssaldo is onder andere afhankelijk van het daadwerkelijke verloop van de geplande investeringen en de dagelijkse ontvangsten en betalingen tijdens het jaar.
Langlopende leningen
Op 1 januari 2018 bedraagt het verwachte totaal aan opgenomen geldleningen € 23,5 miljoen. Rekening houdend met de reguliere aflossingen ramen we het totaalbedrag aan langlopende leningen op 31 december 2018 op € 21,9 miljoen.Liquiditeitenplanning
In 2018 is er sprake van een liquiditeitstekort van ongeveer € 5 miljoen. Omdat de rente op kort geld (< 1 jaar) zeer laag tot zelfs negatief is, financieren we het liquiditeitstekort met kasgeldleningen (kort geld). In 2017 hebben wij rente ontvangen over de afgesloten kasgeldleningen. Ook in 2018 kan dit het geval zijn.
Zolang deze situatie zich voordoet en we binnen de kasgeldlimiet blijven kan het liquiditeitstekort met kort geld gefinancierd blijven. Stijgt de rente op korte termijn dan maken wij de afweging om een deel van het liquiditeitstekort met een langlopende geldlening te financieren.
Het verloop van de liquiditeiten is sterk afhankelijk van de tijd en de mate waarin de voorgenomen investeringen feitelijk worden gerealiseerd. Per kwartaal brengen we de liquiditeiten in beeld.Relatiebeheer
De NV Bank voor Nederlandse Gemeenten is de huisbankier van de gemeente.
Dit betekent dat nagenoeg al het gemeentelijk betalingsverkeer via deze bank loopt. Uit oogpunt van doelmatig kasbeheer proberen wij het contante geldverkeer zo veel mogelijk te beperken.Schatkistbankieren
Per 15 december 2013 is Schatkistbankieren wettelijk verplicht. Dagelijks worden alle overtollige liquiditeiten boven een drempelbedrag afgeroomd en aangehouden in de schatkist bij het Ministerie van Financiën. De drempel is vastgesteld op 0,75% van het jaarlijkse begrotingstotaal, met een minimum van € 250.000. Dit betekent voor ons dat € 622.000 (0,75% van € 82.932.000) buiten de schatkist mogen houden.
Het doel van de deelname aan schatkistbankieren is om de EMU-schuld van de collectieve sector te verlagen (zie Bijlage EMU-saldo). De decentrale overheden krijgen geen leenfaciliteit bij de schatkist.Financiering
Rente
Rente
Koersrisico
Het koersrisico is het risico dat de waarde van aandelen of obligaties daalt door koersontwikkelingen. Wij lopen weinig koersrisico, omdat onze gelden zijn uitgezet op vastrentende waarden die niet gevoelig zijn voor koersontwikkelingen.Renterisico
Er zijn twee normen die aangeven hoe groot het renterisico is.
1. Kasgeldlimiet
Dit is een norm die aangeeft hoeveel geld we mogen lenen voor een periode korter dan een jaar. De kasgeldlimiet voor het jaar 2018 bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal van de gemeente. Volgens deze norm mogen we voor 2018 € 7 miljoen lenen.
We verwachten de kasgeldlimiet niet te overschrijden.
2. Renterisiconorm
Deze norm geeft aan dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en de renteherzieningen van huidige en nieuwe leningen niet meer bedragen dan 20% van het begrotingstotaal.
Als de aflossingen en de renteherzieningen onder de € 16,5 miljoen
blijven is het goed. Wij verwachten lasten voor renteherziening en aflossing van € 1,6 miljoen.Rentebeleid
Zowel de korte als de lange rente is momenteel historisch laag. De rente op de geld- en kapitaalmarkt wordt voornamelijk bepaald door het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). De ECB heeft in juni 2017 nog verklaard "dat voor langere tijd de rentes op het huidige niveau zullen blijven". De verwachting is dat de rente in 2018 licht stijgt.
In de begroting 2018 hebben wij gerekend met een rente percentage van 1,50% voor de reserves en vaste activa. Voor de grondexploitatie zijn we uitgegaan van een rentepercentage van 0,79%.In 2016 heeft de Commissie BBV een notitie rente 2017 geschreven met nieuwe bepalingen en richtlijnen. In de notitie wordt ingegaan op de verwerking van de rentelasten en –baten in de begroting en jaarstukken. Doelstelling van deze notitie is het bevorderen van een eenduidige handelswijze over rente door gemeenten.
De commissie BBV adviseert het renteschema uit deze notitie op te nemen.
Dit schema geeft inzicht in de rentelasten van externe financiering en het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening.Schema rentetoerekening zonder bespaarde rente
Externe rente korte en lange financiering
701.256
Externe rentebaten
-351.503
349.753
Af : rente grondexploitatie
-2.265
Af: rente projectfinanciering
0
Saldo door te rekenen externe rente
347.488
Rente eigen vermogen
768.483
Rente voorzieningen contante waarde
108.459
Toe te rekenen rente taakvelden
1.224.430
Werkelijk aan taakvelden toegerekend
1,50%
1.333.265
renteresultaat
108.835
Financiering
Staat herkomst en besteding van middelen
Staat herkomst en besteding van middelen
De Staat herkomst en besteding van middelen geeft inzicht in de achterliggende bronnen die de ingaande en uitgaande kasstromen veroorzaken.
Operationele activiteiten die bestaan uit transacties die veelal direct leiden tot opbrengsten en kosten.
Investeringsactiviteiten zijn de investeringen in en de desinvesteringen van immateriële, materiële en financiële vaste activa.
Financieringsactiviteiten bestaan uit de activiteiten ter financiering van de operationele en investeringsactiviteiten.Bedragen x € 1.000
Kasstroom uit operationele activiteiten
Saldo begroting
1.293
Afschrijvingen
3.331
Mutatie werkkapitaal
-343
- Mutatie voorraden
0
- Mutatie vorderingen
0
- Mutatie kortlopende schulden excl. Bankschulden
-343
Onttrekkingen reserves
-2.734
Toevoegingen reserves
2.078
Onttrekkingen voorzieningen
-2.373
Toevoegingen voorzieningen
2.429
Totaal uit operationele activiteiten
3.681
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen materiële vaste activa
-6.567
Desinvesteringen materiële vaste activa (bijdrage derden)
0
Investeringen financiële vaste activa
0
Desinvesteringen financiële vaste activa
568
Totaal investeringsactiviteiten
-5.999
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Opname langlopende geldleningen
-
Aflossing langlopende geldleningen
-1.638
Mutatie kasgeldleningen
3.707
Totaal financieringsactiviteiten
2.069
Mutatie geldmiddelen
-250
De mutatie in geldmiddelen is als volgt te specificeren:
Liquide middelen ultimo vorig dienstjaar:
1.000
Liquide middelen ultimo dienstjaar:
750
Afname liquide middelen
-250